3100 – 2100 v.Chr. BC Pre-paleisperiode: Immigratiegolf: De bewoners kwamen waarschijnlijk uit Anatolië. De pottenbakkersschijf werd geïntroduceerd.
2100 – 1800 voor Christus BC Oude Paleis Periode: Ontwikkeling van de Kretenzische zeeheerschappij: men spreekt van het Minoïsche rijk, genoemd naar de legendarische koning Minos. Grote import van grondstoffen (tin en koper). Met de rijkdom en de ontwikkeling van macht ontstonden de eerste paleizen en een hiërogliefachtig schrift.
Rond 1800 voor Christus voor Christus: Vernietiging van dit cultuurniveau door een sterke aardbeving.
1800 – 1410 v. Chr BC Nieuwe paleisperiode: Wederopbouw, meerdere verdiepingen en rijkelijk uitgeruste paleiscomplexen worden gebouwd. De bevolking loopt op tot 200.000 tot 250.000, die schijnbaar vreedzaam samenleven, want er zijn geen vestingmuren. Een grote koopvaardijvloot zorgt voor een levendige import en export. Verdere ontwikkeling van het lettertype Linear A. Rond 1628 de vulkaanuitbarsting van Thera (Santorini), die sommige delen van Kreta verwoestte door vloedgolven en asregen.
1410 – 1200 v. Chr BC Myceense regel: Sociale conflicten en achteruitgang van de handel verzwakken de Minoïsche beschaving. Myceners maken van Kreta een kolonie. Het leven werd steeds primitiever.
1200 – 1000 voor Christus BC Post-Paleis periode: Vluchtelingen- en migrantenbewegingen leiden tot sterke sociaal-politieke veranderingen. Eolische en Ionische stammen vonden hun weg naar de eilanden van de Egeïsche Zee en vernietigden en verdreven de reeds lang bestaande bevolking.
1000 – 460 v.Chr. BC Dorische periode: Dorische immigranten arriveren op het eiland. Er heerst een strikte militaire hiërarchie.
460 – 67 v.Chr Klassiek Hellenisme: Het klassieke tijdperk van Griekenland passeerde Kreta spoorloos. Het eiland was niet meer van belang. Kreta werd een schuilplaats voor gevluchte piraten.
67 v.Chr - 395 AD Romeinse periode: De generaal Quintus Caecilius Metellus verovert Kreta. Nieuwe hoogtijdagen.
59 na Christus: De apostel Paulus komt met Titus aan land en brengt het christendom naar het eiland. Titus werd de eerste bisschop van het eiland.
Rond 250 na Christus: Vervolging van christenen onder de Romeinse keizers Decius en Valeriaan.
395 – 824 Byzantijnse bezetting: Met de deling van het Romeinse Rijk valt Kreta in Oost-Rome en behoort daarmee tot het Byzantijnse Rijk met als hoofdstad Constantinopel. Het Byzantijnse rijk wordt gekenmerkt door de eenheid van staat en kerk.
824 – 961 Arabische bezetting: De Arabieren landen aan de zuidkust en verwoesten bijna het hele eiland. In Heraklion vonden ze een piratenfort, van waaruit ze 150 jaar lang de Middellandse Zee ontwrichtten. De bevolking wordt uitgebuit. Verschillende pogingen van Byzantium om het eiland te heroveren mislukken.
961 –1204 2e Byzantijnse periode: De Byzantijnse generaal Phokas heroverde Kreta. Het eiland maakt een economische bloei door. Aan het einde van 1200 werden enkele vestingwerken gebouwd om de handel te beschermen.
1204 – 1669 Venetiaanse periode: Nadat Byzantium tijdens de vierde kruistocht was verwoest en Bonifatius van Montferrat Kreta kreeg, verkocht hij het eiland aan Venetië. De nieuwe meesters noemen de hoofdstad en het eiland Candia. Kreta wordt steeds vaker binnengevallen door Turkse piraten, na 22 jaar beleg van Heraklion valt Kreta eindelijk onder Turks bewind.
1669 – 1821 Turkse periode: Het eiland wordt onder druk geïslamiseerd. Alle kerken worden omgebouwd tot moskeeën.
1821 – 1898 Bevrijdingsoorlogen: Verschillende bloedige opstanden tegen de Turken worden onderdrukt.
1898 - 1913: Kreta wordt een onafhankelijke staat die nauw verbonden is met het Koninkrijk Griekenland.
30.5.1913: Kreta is verenigd met Griekenland.
1924: In Griekenland wordt de republiek uitgeroepen.
1935: Als gevolg van de wereldwijde economische crisis wordt de monarchie hersteld.
1936: Generaal Metaxas schakelt het parlement uit en vestigt een door de koning goedgekeurde dictatuur, die wordt gekenmerkt door geheime dienst, censuur en nationalistische ideologie.
1941 - 1944: Duitse verovering van Griekenland.
1946 - 1949: Er breekt een burgeroorlog uit in Griekenland.
1951: Griekenland sluit zich aan bij de NAVO.
1967 - 1974: Militaire dictatuur in Griekenland.
1974: Herstel van de democratie en gelijktijdige afschaffing van de monarchie door middel van een referendum.
1981: Griekenland wordt 10e volwaardig lid van de Europese Gemeenschap.
2002: Toetreding tot de Europese Monetaire Unie.